Bouwkundige details
Tussen 1872-74 wordt het Asyl voor Oude en Gebrekkige Zeelieden gebouwd. In opdracht van de Hoofdcommissie van de herdenking van 1572-1872 te Brielle. Naar ontwerp van C. Outshoorn en in een neo-Renaissance-stijl. In oorsprong veertien hofjeswoningen, gegroepeerd in een L-vorm - als onvoltooid resultaat van een oorspronkelijke U-vormige opzet - met elk symmetrisch ingedeelde vleugels en ommuurde achtererven rondom een open plantsoen.
Het geheel is met een bouwlaag, kelder en kapverdieping opgetrokken in baksteen op hoge hardstenen sokkel, waarin tevens de onderdorpels van de langgerekte, op kruiskozijnen geïnspireerde vensters met grote roedenverdeling en met geblokte omlijsting zijn opgenomen, onder samenstel van met leien gedekte, dwarse zadeldaken met dakkapellen aan voor- en achterzijde en gekorniste kroonlijsten tussen trapgevels.
De negen vensterassen tellende, rijk gedecoreerde hoofdvleugel bevat een hoger opgetrokken, risalerende middenpartij met geblokte hoeklisenen onder door klokkentoren met vergulde windwijzer bekroond tentdak en aan de voorzijde voorzien van een dakkapel met topgevel en aansluitend een gesloten natuurstenen balustrade; in de topgevel een rondboogvormig afgesloten vensterpartij en cartouche met het jaartal 1872.
In het midden de door een gebosseerde pilaster-omlijsting en hardstenen stoep met twee leeuwen die elk het gekleurd stadswapen (Brielle en Vierpolders) dragen, gemarkeerde ingangspartij met dubbele paneeldeuren en verdeeld bovenlicht, bekroond door een reliëf met wapen en portretbuste van Willem van Oranje.
Te weerszijden van de ingang zijn de vensters voorzien van natuurstenen blokken ter afwisseling van de baksteen, en van vlakke bovendorpels met bekroonde wapenschilden in reliëf.
De aangrenzende delen van de hoofdvleugel hebben elk in de voorgevel een licht risalerende ingangspartij met enkelvoudige paneeldeur voor in oorsprong telkens twee woningen en verdeeld bovenlicht, afgesloten door een gebeeldhouwde cartouche met wapenschild, en een drietandvormig muuranker in de trapvormige topgevel met driehoekig fronton en obelisk-achtige bekroning.
De vensters worden bekroond door een natuurstenen entablement en sierblokken in de strekken.
De vrijstaande zijgevels hebben gebosseerde hoekpilasters, bekroond door dubbele rozetten en balusters, waarboven bolvormige vazen, alle in natuursteen; de entablementen boven de vensters zijn voorzien van gebeeldhouwde cartouches. In het midden van de trapvormige topgevel met gebogen fronton een rondboogvormig afgesloten venster met natuurstenen blok-omlijsting en voorts een drietal drietandvormige muurankers.
De achtergevel is in verwante, doch versoberde trant uitgevoerd, waarbij het middenrisaliet door een gesloten natuurstenen balustrade wordt afgesloten; aan de achterzijde tevens de schoorstenen, alle met gemetselde banden rondom.
De twaalf vensterassen tellende zijvleugel is op dezelfde wijze als de zijwoningen in de hoofdvleugel uitgevoerd, waarbij de gebeeldhouwde cartouches boven de ingangen respectievelijk zijn voorzien van wapenschilden, de letters AVH en het jaartal 1874.